CDA vragen over windenergie opgave in Barendrecht

Ellen Verkoelen CDA statenlid ZH
Ellen Verkoelen
CDA statenlid ZH

BARENDRECHT | Op 16 september 2015 is in provinciale staten van Zuid-Holland over de windenergie opgave gesproken. Naar aanleiding hiervan heeft het CDA een aantal vragen gesteld aan het college in Barendrecht.

Bekijk vergadering provinciale staten Zuid-Holland 16-9-2015

Inleiding:

De provincie Zuid-Holland heeft met het rijk afgesproken een aandeel van 735,5 mW opgesteld vermogen aan windenergie in de provincie op land te realiseren in 2020. Een deel van deze opgave (150 mW) is in 2012 door de Stadsregio vastgelegd in het convenant realisatie windenergie Stadsregio.

Voor Barendrecht was in die tijd en onder de gegeven omstandigheden bestuurlijk draagvlak voor duurzame energie en zijn 3 locaties (Heinenoord, Vaanplein en BT-Noordoost) aangewezen en opgenomen in de structuurvisie als mogelijke locatie. Met een gezamenlijk vermogen van 30 mW.

In 2013 is in het GROM geconstateerd dat de opgave van 150 mW in de stadsregio niet gehaald kon worden (brief aan leden provinciale staten Zuid-Holland, PZH-2015-527976583) en is er besloten op zoek te gaan naar alternatieve locaties.

Door de provincie wordt in de vergadering van PS op 16 sept 2015 aangegeven dat op 27 november 2014 besluitvorming in het GROM heeft plaatsgevonden over een projectplan om het verkennend onderzoek naar alternatieve locaties te vervolgen. Dit zou worden uitgevoerd door de provincie met een projectgroep windenergie. Over de leden van de projectgroep staat in de stukken van het GROM overleg dd 27 nov 2015 opgenomen: ‘Uitgangspunt hierin is het instellen van een regionaal kernteam. Het kernteam moet bestaan uit ambtenaren uit de regiogemeenten die het gezamenlijke stadsregio- doel voor ogen hebben en in dit bredere belang kunnen denken en handelen. Coördinatie van dit kernteam en het convenant is vanaf 1 januari 2015, conform het convenant, in handen van de provincie in nauw samenspraak en samenwerking met gemeenten. ‘

Op 19 febr 2015 is de gemeenteraad geïnformeerd over de herziening van de VRM. Deze is voor kennisgeving aangenomen.

Vragen:

  • Is het bovenstaande geschetste proces correct en volledig?

Diverse keren wordt het GROM-overleg aangehaald in de vergadering van provinciale staten. Eerder is (mondeling) aangegeven dat in het GROM overleg alleen afstemming plaats vindt en dat er geen afspraken worden gemaakt dan wel besluiten worden genomen.

  • Wat is de status van het GROM overleg, tot welke besluiten is dit overleg bevoegd en zijn deelnemende gemeenten gebonden aan deze besluiten?
  • Welk mandaat hebben de leden van het GROM overleg binnen dit overleg en in het bijzonder de Barendrechtse leden?
  • Welke besluiten of afspraken zijn in het GROM overleg na 1 januari 2014 genomen dan wel gemaakt?
  • Wilt u de raad alle notulen en stukken van het GROM-overleg doen toekomen (vanaf 1 januari 2014)?
  • Is het correct dat de wethouder Monhemius in het GROM-overleg als alternatieve locatie, de locatie in BT-Oost heeft voorgesteld in ruil voor de Zuidpolder? Hoe is de raad hierover geïnformeerd?[1]

Draagvlak & vaststelling alternatieve locaties bij de herziening van de VRM:

Gedeputeerde Dhr Weber, D66 gaf aan: ‘Organiseren van draagvlak is heel wat waard’. Echter door diverse partijen is aangegeven dat in het huidige proces van de partiële herziening nauwelijks burgers en raden worden betrokken.

  • Hoe is de samenwerking tussen gemeente, provincie en projectgroep windenergie vormgegeven?

Eerder aangegeven was dat de verplichtingen van de stadsregio mbt het convenant overgaan op de provincie en dat wij daar als gemeente aan gebonden zijn. Gedeputeerde Dhr Weber (D66) gaf tijdens de vergadering aan dat het convenant bestuurlijke waarde heeft en wilde de juridische waarde niet bevestigen.

  • Wat is de juridische status van het huidige convenant realisatie windenergie Stadsregio van 2012?
  • Als het convenant geen juridische status heeft, is Barendrecht dan wel gebonden aan de bestuurlijke afspraken in het convenant en is dit juridisch getoetst?

Aangegeven wordt door gedeputeerde dhr. Weber dat de lijst in de herziene VRM een groslijst betreft en pas ophoudt te bestaan als de herziene VRM definitief vastgesteld wordt. Voor vaststelling van de VRM kan de groslijst nog veranderen

  • Houdt dit in dat alle locaties opnieuw bekeken worden en daarmee de eerder opgegeven locaties (waaronder de drie Barendrechtse locaties) dus ter discussie staan?
    Graag zien wij het antwoord onderbouwd door vastgelegde besluiten van de provincie.
  • Graag willen wij een lijst met alle locaties binnen de provincie waarop windmolens zijn gedacht en gerealiseerd onder opgave van het opgestelde (indicatieve) vermogen. Zo mogelijk met een indeling naar waarschijnlijkheid van plaatsing (zeker tot mogelijk).
  • Welke inspanningen gaat u plegen om de provincie nogmaals het collegestandpunt duidelijk te maken?
  • De provincie stelt dat zij bewoners, andere overheden en exploitanten wil betrekken bij het proces en het onderzoek. Welke inspanning heeft de provincie al gedaan om colleges en raad te betrekken en hoe worden bewoners betrokken?

Met betrekking tot het toetskader heeft de provincie eerder al aangegeven (in de zienswijze op het toetskader) zich hier niet aan gebonden te voelen. In de vergadering van PS is aangegeven dat de regie ook beter bij de provincie kan blijven.
Welke inspanning(en) gaat u plegen om te zorgen dat het maatschappelijk draagvlak, dat zo belangrijk gevonden wordt, te bevorderen?

[1] Grom overleg 27 nov 2014: notulen

 

[avatar user=”Arjan” size=”thumbnail” align=”left” /]