Beleid rondom Inbreilocaties

In korte tijd zijn wij als CDA- fractie geconfronteerd met twee nieuwbouw projecten in Barendrecht-Centrum, Boomlocatie II en Kerkweg, die gezien kunnen worden als inbreilocaties.

Bij een inbreilocatie zou je kunnen denken aan:

  1. Het toevoegen van woningen binnen de bestaande kern.
  2. Transformatie  waarbij de huidige bestemming wordt gewijzigd in een woonbestemming.
  3. Er vindt alleen vervanging van huidige bebouwing plaats.

Bouw is een onomkeerbaar proces. Er zal dus met zorgvuldig omgegaan moeten in dit vakgebied. Omgevingsarchitectuur speelt een hoofdrol wanneer bouwplannen zich voordoen bij inbreilocaties. Je kunt het verleden gaan imiteren of hypermoderne architectuur toepassen. Het is een uitdaging  om tussen deze uitersten de ideale mix te zoeken. Het ontwerp zou in de omgeving moeten opgaan en het zou een bestaande wijk een toegevoegde waarde moeten geven.

Hoe belangrijk zijn heldere beleidsregels voor de inbreilocaties in Barendrecht? Wat is qua bebouwing in principe mogelijk en wat niet?

Het valt op dat bij de Boomlocatie II en Kerkweg de stedenbouwkundige uitgangspunten achteraf bepaald zijn. Verder zijn de gehanteerde normen qua (goot)hoogte en volume veel ruimer dan bij de oude bebouwing. Beide plannen worden door de omwonenden als teleurstellend gewaardeerd.

Ik krijg de indruk dat de vraag welke stedenbouwkundige voorwaarden precies worden gehanteerd voor een deel afhankelijk is van de door de betreffende projectontwikkelaar beoogde ontwikkeling.

Met de genoemde en resterende inbreilocaties (voor woningen) dient uiterst zorgvuldig te worden omgegaan voor wat betreft (bouw)volume en beeldkwaliteit.

Het voorleggen van een plan voor een inbreilocatie en achteraf door een stedenbouwkundige laten beoordelen is niet de werkwijze, die we in Barendrecht moeten hanteren. We moeten als gemeente niet passief afwachten waar de projectontwikkelaar/ woningbouwvereniging  mee komt maar (pro)actief moeten aangeven wat passend en haalbaar is.

Wat mijn inziens daarvoor ontbreekt is een duidelijk kader, in de vorm van een set beleidsregels.

Beleidsregels die aangeven wat er bij inbreilocaties qua bebouwing in principe mogelijk is en wat niet.

Bij zo’n beleidsregel zou de beeldkwaliteit niet te veel moeten afwijken van de omgeving.

Afwijking van dergelijke beleidsregels moet uiteraard mogelijk zijn, maar slechts als daar zeer zwaarwegende (ruimtelijke) motieven voor bestaan.

Ik denk dat met de ontwikkeling van dergelijke beleidsregels het karakter rondom de inbreilocatie beter wordt beschermd dan nu het geval is. Dit doet ook recht aan de zorgen die veel omwonenden van deze locaties hebben als het gaat om het bouwen en slopen van woningen, nu en in de toekomst.