Burgerinitiatief ja of nee?

De commissie samenlevingszaken boog zich 15 mei 2006 over het voorstel van D66 over het burgerinitiatief. Op een groot aantal terreinen is een burgerinitiatief niet mogelijk, bijvoorbeeld over zaken waar de raad niets over te zeggen heeft,  over de vaststelling van de begroting en over gemeentelijke belastingen en tarieven.

Wat is de meerwaarde van een burgerinitiatief was een vraag die door het CDA gesteld werd. Als volksvertegenwoordiger moet je toch weten wat er leeft en zou het niet nodig moeten zijn om een dergelijke procedure in gang te zetten.

De invoering van het burgerinitiatief in de gemeentelijke wetgeving heeft als doel om de band tussen politiek en burger aan trekken. Maar wat als een voorstel wordt afgewezen,  hoe blijft die band dan? In het debat tijdens de commissievergadering kreeg de CDA fractie daar geen afdoend antwoord op.

In het oorspronkelijke voorstel staat een leeftijd van 12 jaar.  Een meerderheid van de raad blijkt net als de CDA-fractie voor 16 jaar te zijn.  Op 12-jarige leeftijd hebben ouders nog een grote verantwoordelijkheid. Die is er natuurlijk ook op 16 jarige leeftijd, maar ervaring leert dat men die verantwoordelijkheid dan al grotendeels zelfs aan kan, de jongeren overzien meer hun daden.

Dan hoeveel handtekeningen moet men inzamelen om het initiatief bij de raad in te dienen. Het voorstel gaat uit van 25 handtekeningen.  De meningen daarover waren verdeeld van 25 tot 100. De CDA is vooralsnog van mening dat het er 100 moeten zijn. 

Verder kan een jaar na een raadsbesluit volgens de plannen weer een burgerinitiatief over hetzelfde onderwerp ingediend worden. De CDA-fractie vindt dit te snel.  Wekt men geen valse verwachtingen? Een mogelijkheid, die tijdens de commissievergadering genoemd werd is een evaluatie na twee jaar.  Dan zou die indieningtermijn inderdaad in de praktijk bekeken kunnen worden.

De CDA-fractie wacht het uiteindelijke raadsvoorstel af voor een definitief oordeel geveld wordt Naar verwachting komt dit voorstel eind mei  2006 in de raad.

Woordvoerder algemeen bestuurlijke aangelegenheden